Boxtel

Het college van B&W ontkent in antwoord op vragen van SP, Combinatie95 en CDA met klem dat er in Boxtel een zorgstop zou zijn. Dit werd in de pers verondersteld nadat Boxtel negatief had geoordeeld over het plan om autistische jongeren onder te brengen op recreatiepark Dennenoord. SP-wethouder Eric van den Broek stelt dat het college graag actief meewerkt aan initiatieven als die passen binnen het gemeentelijk Wmo-beleid.

Het college oordeelde negatief over het plan omdat permanente (zorg)bewoning in het bestemmingsplan niet toegestaan is en het ook ingaat tegen de Woonvisie. Bovendien heeft het plan grote financiële gevolgen voor het Wmo-budget, waar Wmo-cliënten nadeel van kunnen ondervinden. De jongeren die op Dennoord verblijven hebben namelijk allemaal een jeugdwetindicatie. Op het moment dat zij 18 jaar worden, kunnen zij aanspraak maken op de Wmo. Daar kan naar schatting een bedrag van 700.000 euro mee gemoeid zijn. Dat betekent dat de huidige Wmo-zorg voor 1700 mensen niet meer geleverd zou kunnen worden. Het college vindt deze ontwikkeling ongewenst.

Het college stelt dat er in Boxtel een langdurige traditie is in het opvangen van kwetsbare groepen. Denk bijvoorbeeld aan de La Salle en Cello. Het is dus ook zeker niet zo dat voor zorginitiatieven de deur op slot gaat in Boxtel. Integendeel. Onlangs nog werkte de gemeente actief mee aan een zorginitiatief in de Baroniestraat (De Herbergier) en op dit moment aan een zorginitiatief in de Clarissenstraat. Op die laatste locatie zullen acht tot tien bewoners met het Syndroom van Down gaan wonen. Dat zijn zorginitiatieven naar de wens van de SP: midden tussen de mensen in de wijk, dat is goed voor de integratie.   

De situatie zoals die zich nu voordoet in Boxtel is een bijeffect van de recentelijke decentralisaties in de zorg. Door de decentralisatie van zorgbudgetten maken jongeren als ze 18 jaar worden en geen indicatie hebben volgens de WLZ (Wet Langdurig Zieken) aanspraak op zorgkosten in het kader van de Wmo. Dit gaat vervolgens ten koste van de gemeentelijke budgetten, hetgeen vooral voor kleinere gemeenten niet op te brengen is. Het college wil dat hier landelijke aandacht voor komt.

Wethouder van den Broek daarover: “Samen met wethouder Lestrade zal ik het onderwerp agenderen in de regionale portefeuillehoudersoverleggen voor jeugd en Wmo. Daarnaast zal het college bij  de betrokken ministeries in Den Haag en de VNG (vereniging van Nederlandse Gemeenten) aandacht vragen voor de onmogelijke spagaat waarin gemeenten terecht kunnen komen.”