Boxtel

Gisterenavond debatteerde de commissie Bestuurlijke Zaken over het functioneren van de rekenkamercommissie. Naast een evaluatie van de rekenkamercommissie, konden fracties hun wensen aangeven ten aanzien van onderwerpen die zij graag onderzocht zou willen zien. De SP pleitte voor een onderzoek naar de besluitloosheid op het gebied van de GrootSchalige Infrastructuur (GSI), waardoor er in Boxtel al jaren geen adequate verkeersmaatregelen worden genomen.’

De SP-fractie vindt de GSI bij uitstek een onderwerp dat de aandacht van de rekenkamer verdient. Het is een onderwerp waarin het al jaren bij uiteenlopende colleges vastloopt, met een zeer grote maatschappelijke impact en met grote financiële consequenties. Fractievoorzitter Eric van den Broek beargumenteerde de keuze van de SP als volgt:

‘Het gaat hier om een al jarenlang spelende discussie, waarbij vele rapporten het levenslicht hebben gezien en waarbij vele externen zijn ingezet. Het gaat om bakken met geld en weinig voortgang in een voor Boxtel heel majeur onderwerp. Waar ligt het toch aan dat Boxtel maar niet uit de impasse komt? Wat zijn in het verleden momenten geweest dat besluitvorming om welke reden dan ook stagneerde en wat kunnen we en moeten we daar als politiek van leren?
Dit onderwerp is bijzonder actueel en als we nu eens lessen trekken uit het verleden, is het misschien mogelijk om in de nabije toekomst niet dezelfde fouten te maken als in het verleden. We zouden op dit terrein bijvoorbeeld terug kunnen kijken in de afgelopen 10 jaar en zouden de conclusies uit het onderzoek kunnen projecteren op de actuele situatie.’

De rekenkamercommissie reageerde positief op het voorstel van de SP en gaf aan dat zo’n onderzoek aan alle randvoorwaarden voor een rekenkameronderzoek voldoet.

Eric van den Broek gaf na afloop van de vergadering aan te hopen dat de GSI nu onderzocht gaat worden: ‘De GSI is een onderwerp gebleken dat niet wars is van politiek opportunisme. Recentelijk is nog het project TALK aangenomen. Waar een partij als Balans zo de mond vol had van het zorgvuldig inzetten van procedures, daar wordt nu zo maar even snel gesteld dat een MER-onderzoek bij ontwikkelingen in een zo kwetsbaar gebied niet nodig is. Dat zou er zo maar weer toe kunnen leiden dat procedures op een later moment afgeschoten worden. Volgens mij moeten we dat kosten wat het kost zien te voorkomen.’